Bernadette Eleonora Guda werd geboren op 8 mei
1928 als vierde kind en tweede dochter in het gezin van negen kinderen van
Harry en Jet Guda-Valentijn. "Detta", zoals ze in het
dagelijkse leven genoemd werd, had een vrij zorgeloze jeugd en ontmoette haar
levenspartner al vroeg in haar leven. Toen ze tweeëntwintig was, trouwde ze met
Walther Hewitt, een jonge douane ambtenaar. Vijf kinderen waren de bekroning op
hun liefde: drie jongens en twee meisjes.
Toen Detta 33 jaar oud was, was ze op een dieptepunt in haar
leven. Er ging heel veel verkeerd. Ze had last van erge rugpijnen en daarbij
ook nog last van zenuwhoofdpijnen die zo erg waren, dat ze 's avonds het licht
niet kon verdragen. Detta riep vanuit haar ellende tot God om hulp. Op zekere
avond bracht ze een bezoek aan haar vriendin, Ilse van Kanten, die heel gelovig
was. Hoewel Detta niet iemand was, die haar persoonlijke zaken met anderen
besprak, begon ze vanuit een vol gemoed over haar nood te praten. Zuster Van
Kanten stelde voor, dat ze haar nood samen tot God zouden brengen, wat ze dan
ook deden. Detta vroeg op de eenvoudige manier waarop ze tot God sprak, dat Hij
haar de weg zou wijzen.
Op weg naar huis -- het was al diep in de ochtend -- kon ze
Gods aanwezigheid heel sterk ervaren in de auto. Het leek alsof Hij naast haar
zat en ze werd met een heerlijk gevoel vervuld. Ze riep enthousiast:
"Heer, als dit het is, wat U dienen betekent, dan wil ik U wel dienen, ja;
met heel mijn hart!" Ogenblikkelijk sprak God tot haar en hoorde ze een stem
in haar hart zeggen, dat deze weg gehoorzaamheid vereiste. Na haar enthousiaste
verklaring werd ze hier stil van. Ernstig bad ze in haar hart: "Dan moet U
me helpen, Heer, want Ik wil U volgen."
Haar verlangen om God te dienen en Zijn hulp daarbij heeft
zich in heel haar verdere leven gemanifesteerd. Detta Hewitt leerde ook, dat
het niet altijd even gemakkelijk zou zijn om God te gehoorzamen, maar ze was
vastbesloten.
Er was een groep gelovigen, die aan huis van een Amerikaanse
zendeling van de Assemblies of God samenkomsten hield. Door haar vriendschap
met Ilse van Kanten kwam Detta Hewitt bij de groep terecht. Toen slechts enkele
weken na haar bijzondere ervaring in de auto de Nederlandse evangelist Karel
Hoekendijk naar Suriname kwam en de familie Van Kanten nauw met hem ging
samenwerken, was het bijna vanzelfsprekend, dat ook Detta Hewitt bij het werk
betrokken werd. De familie Van Kanten had in die tijd geen auto. Detta bood uit
vrije wil haar diensten als chauffeuse aan, voor de man Gods en het echtpaar
Van Kanten. Volgens haar eigen zeggen hebben zij samen met Broeder Hoekendijk
vele "smakelijke uren" in de auto doorgebracht, waar er heel wat werd
afgelachen. Zuster Hewitts aanstekelijke schaterlach zal trouwens bij velen die
haar kenden, in hun herinnering blijven naklinken.
Toen na de dagen van de Opwekkingsdiensten onder Karel
Hoekendijk, Zuster Van Kanten dit werk van Stromen van Kracht moest
voortzetten, en ook toen zij later een nieuw werk - De Gemeente van Jezus
Christus - begon, bleef Zuster Hewitt de Heer dienen door trouw als chauffeuse
te fungeren, waardoor ze on-the-job heel veel leerde over het werk van de Heer.
Als een begaafd zangeres leidde zij tevens de samenzang tijdens de
samenkomsten. Velen uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zullen
zich de radioprogramma's van de Gemeente van Jezus Christus herinneren, waarin
wekelijks liederen, gezongen door het trio Broeder en Zuster Van Kanten en
Zuster Detta Hewitt, te beluisteren waren. Zuster Detta bracht vaak ook met
haar mooie sopraan een solo ten gehore.
Ze diende jarenlang als jeugdleidster in de Gemeente van
Jezus Christus en was een grote hulp voor de voorgangster. Hoewel ze het nooit
officieel was, werd ze toch door iedereen als de assistent voorgangster
beschouwd. Zij hielp mee met het radio werk, was als een moeder voor
"haar" jeugd, nam waar en predikte als het echtpaar Van Kanten op
reis was. Zo maakte God haar klaar voor het werk, waar Hij haar toe geroepen
had.
Rond 1978 werd Zuster Detta voorgangster van de Volle
Evangelie Gemeente LOGOS, die samenkwam in een prachtig, gehuurd kerkgebouw van
de Gereformeerde kerk, op de hoek van de Gemenelandsweg en de Zinniastraat. Velen hebben fijne herinneringen aan de eerste tijden van de Gemeente in
die mooie kerk. Toen dit gebouw werd verkocht -- zonder dat Pastor
Hewitt er vooraf van op de hoogte was gesteld -- moest naarstig naar een ander
onderkomen worden gezocht.
De gemeente vond tijdelijk onderdak in de CCS
gehoorzaal aan de Gravenstraat, waar de zondagse diensten werden gehouden. Voor
de diensten door de week mocht zij gebruik maken van een lokaal van de Theodoor
Judaschool aan de Zinniastraat, wat ook zo bleef, toen van het CCS werd
verhuisd naar Thalia, de schouwburg waar ongeveer een kwart eeuw daarvóór de
Opwekking was begonnen.
Pastor Hewitt was een vrouw van geloof. Ze deed wat vele
mannelijke collega's nog niet hadden gedurfd.
Ze was jarenlang voorzitter van de stichting Surinaams
Bijbelgenootschap. Deze stichting bezat geen eigen gebouw en had geen vast
inkomen. Toen zij weer eens zouden moeten verhuizen, en de mogelijkheid om een
eigen gebouw te kopen, werd besproken, nam zij in geloof de moeilijke
beslissing om ervoor te gaan, waardoor het SBG thans gehuisvest is in haar
eigen gebouw aan de Henck Arronstraat.
Het was Detta Hewitt, die de befaamde evangelist Morris
Cerullo benaderde en zijn televisie programma "Victory" naar Suriname
haalde. Zij was het ook, die in de jaren tachtig zijn School of Ministry en in
de negentiger jaren, dan wel in samenwerking met enkele andere voorgangers, de
eerste Global Satellite Network seminars organiseerde, die in OCER werden
gehouden voor publiek, dat massaal opkwam.
Hoewel zij om veel bekend staat, en God andere maatstaven
hanteert dan wij mensen, is het meest indrukwekkende getuigenis dat zij in
Suriname achterlaat, het verhaal van de bouw van de LOGOS kerk aan de
Coesewijnestraat. Dit gebeurde in de economisch zeer moeilijke jaren tachtig en
was alleen mogelijk omdat "Mammie", zoals vele gemeenteleden haar
noemden, in staat was door haar geloof de gemeente te motiveren en volledig
achter het plan te krijgen. Velen daarbuiten rieden het af, om in die tijd te
beginnen aan de bouw van het tot nu toe grootste Volle Evangelie kerkgebouw in
Suriname. Maar Pastor Hewitt deed het en wel op een strategische wijze. Omdat
ze uit de schouwburg Thalia weg moesten en dringend huisvesting nodig hadden,
en aangezien ze ook de visie had om een crèche en een schooltje te beginnen,
vroeg ze de aannemer eerst een gebouw op het achtererf af te maken, waarin nu
de enige Volle evangelie school in Paramaribo gevestigd is. Dat achtergebouw
werd toen tijdelijk gebruikt voor de zondagdiensten, terwijl het grote
kerkgebouw in aanbouw was. Pastor Hewitt dacht ook aan de andere Volle
Evangelie gemeenten die keer op keer tegen enorme bedragen zalen moesten huren
voor bijzondere bijeenkomsten. Daarom zorgde ze ervoor dat haar gebouw 1500
mensen zou kunnen herbergen, zodat de andere gemeenten er - indien nodig - ook
gebruik van zouden kunnen maken voor seminars, conferenties, concerten, e.d.
Week na week gingen op de zaterdagen gemeenteleden meehelpen
om zand en stenen te versjouwen. Zij die wat van bouwen afwisten, deden het
metselwerk. Natuurlijk was er deskundig toezicht op de bouw, maar het gebouw
werd grotendeels door de gemeenteleden zelf opgezet. Er waren spannende tijden,
wanneer de bouwfondsen 'op' waren en een nieuwe fase in de bouw moest worden
ingezet. Pastor Detta had eens reeds de eerste stappen gezet om bij een
bankinstelling een lening aan te vragen, maar de Heer van het werk stond haar
dat niet toe. Ze moest in opdracht van God de financiële nood aan de gemeente
voorleggen. Na enigszins met God gedebatteerd te hebben hierover, ging ze met
lood in de schoenen naar de volgende dienst om aan de gemeente te vragen het
voor die moeilijke tijd enorme bedrag (van honderdduizend gulden) bijeen te
brengen. God had de gemeenteleden echter al Zelf voorbereid. Het was alsof ze
hadden zitten wachten op dit verzoek. Velen stonden op en haastten zich om hun
grote giften naar het altaar te brengen of tenminste de intentie om mee te
helpen kenbaar te maken.
Zo gauw als er diensten in het gebouw konden worden gehouden,
nog voor het was afgebouwd, trok de gemeente erin. Toen op 15 december 1998 het
prachtige gebouw van de Gemeente Logos officieel en feestelijk werd ingewijd,
kon de voorgangster trots, maar tot eer van God aan de aanwezigen meedelen, dat
er totaal geen schuld was op het gebouw en dat de gemeente meer financiën
bezat, dan toen zij begon te bouwen. Dit getuigenis vervult nog heden ten dage
vele collega-voorgangers met ontzag.
Als mens bleef verdriet ook Pastor Detta Hewitt niet
bespaard. In februari 2005 moest zij als moeder naar Nederland om er haar derde
zoon Edwin ten grave te dragen. Ze moest het doen zonder de steun die de
nabijheid van een echtgenoot biedt, omdat de gezondheid van haar man in de
afgelopen jaren zodanig achteruit was gegaan, dat hij in een verzorgingstehuis
was opgenomen. God was echter met haar en gaf haar de kracht om zelf de
uitvaartdienst voor haar zoon te leiden. In mei 2007 stierf ook haar
echtgenoot, die haar vele jaren trouw had bijgestaan in het werk van God.
Nog heel lang was Pastor Hewitt te zien in het STVS televisie
programma De Stem van het Volle Evangelie. Als tachtigjarige reed ze ook nog
zelf en zag ze nog eens kans, tegen het advies van haar gastvrouw en begeleider
in, stiekum met de auto erop uit te gaan in Miami. Pastor Detta Hewitt genoot
van het leven.
Ze hield ook van "haar" mensen. Ze zag haar
gemeenteleden als kostbaar en wilde met hen omgaan, zoals ze dacht dat God dat
zou doen. Als een moeder nam ze tijd voor hen, om hen te bemoedigen en hen
steeds weer aan te sporen om Christus tot het Centrum van hun leven te maken.
Als pastor van de oude stempel bleef ze na de diensten nog beschikbaar voor de
gemeenteleden; voor een hulpgesprek, een gebed of een babbeltje. Had er iemand
gezondigd, dan zou ze er alles aandoen, om de persoon te herstellen in zijn of
haar wandel met de Heer. Als er iemand een probleem had, of was er een
vraagstuk in de Gemeente, dan zei ze altijd "Laat ons zien, wat God ervan
zegt" en dan werd de Bijbel geopend. Dat Gods Woord haar leidraad was in
het leven, getuigt de naam van de gemeente die ze leidde: LOGOS - het Woord.
Op donderdag 29 oktober 2009 overleed "Mammie"
Bernadette Eleonora Hewitt-Guda op de zeer gezegende leeftijd van 81 jaar,
waarna op zaterdag 31 oktober de Gemeente LOGOS tijdelijk afscheid nam van hun
"Mammie", in de wetenschap dat zij haar eens weer zullen ontmoeten
bij de Here. Het was een bijzonder moment toen de gemeente juichte en in de
handen klapte -- het leek wel alsof men de engelen en degenen die haar waren
voorgegaan, kon horen meejuichen -- omdat Detta Hewitt "de goede strijd
had gestreden, haar loop ten einde had gebracht, het geloof had behouden"
(2 Timotëus 4:7) en overwinnelijk in de hemel was aangekomen. Toch vloeiden er
vele tranen en was er oprecht en intens verdriet, omdat "Mammie"
Hewitt zeer geliefd was bij haar geestelijke kinderen en zij in hun midden op
aarde erg gemist zal worden.
Pastor Detta Hewitt-Guda is de oudste en laatstlevende leider
uit de Opwekking van 1961 geweest, die nog actief pastor van een Surinaamse
gemeente was. Het Volle Evangelie in Suriname heeft, zoals andere voorgangers
tijdens haar uitvaartdienst zeiden, in haar een generaal in het geestelijk
leger verloren.
Het gebouw van de Gemeente LOGOS dat lof brengt aan God, zal
voortaan ook aan de Coesewijnestraat staan als een monument van het geloof en
de moed van Detta Hewitt-Guda.
Overgenomen (© Lilian Neede-Pickering)